| (Extra) ondersteuning in pleeggezinnen |
Deelsessie landelijke bijeenkomst Actieonderzoek continuïteit pleegzorg, 23 juni 2020
Door Combinatie Jeugdzorg (Maike Willunat), Jeugdformaat (Mariska van Esveld en Marianne Versteeg) en Pactum (Harm Damen) |
In deze deelsessie vertellen Combinatie Jeugdzorg, Jeugdformaat en Pactum over hun ervaring in het actieonderzoek. Allemaal hebben ze een vorm van (extra) ondersteuning voor de pleeggezinnen of pleegkinderen in hun actieplan verwerkt. Jeugdformaat en Pactum richten zich daarbij vooral op tieners.
Pactum ontwikkelt samen met pleegkinderen een app om hen gedurende de plaatsing te ondersteunen met informatie; door een thema-avond bieden ze pleegzorgbegeleiders en pleegouders handvatten voor het omgaan met de puberteit in het gezin. Veel van de plannen hebben door de coronapandemie helaas nog geen doorgang kunnen vinden.
Jeugdformaat werkt aan integrale ambulante hulp met een JIM (Jouw Ingebrachte Mentor), maar ziet helaas nog weinig aanmeldingen. Ook zijn er trajecten die vroegtijdig zijn gestopt.
Combinatie zet een pedagogisch medewerker in en stelt senior pleegouders beschikbaar voor het vergroten van de draagkracht van pleegouders. Ook hier is er weinig vraag naar, terwijl de behoefte er eerder wel bleek te zijn.
Hulp in een vroeg stadium aanbieden
Met de aanwezigen in de deelsessie wordt gebrainstormd over hoe de pleeggezinnen waar deze ondersteuning nodig is toch gaan deelnemen. Het lijkt erop dat de hulp vaak pas in een kritieke fase wordt aangeboden en dat is te laat. De ondersteuning moet al worden aangeboden in een vroeg stadium, de ervaring leert dat juist de kleine, praktische ondersteuning wordt gewaardeerd. Het is mooi om te zien dat tijdens de coronaperiode dit ook sneller is georganiseerd dan voorheen, als pleegouders behoefte hebben kan er vrijwel direct ondersteuning geboden worden. Dit moet vastgehouden kunnen worden, met hulp van de gemeente bijvoorbeeld. Om goed te kunnen signaleren/aanvoelen wanneer aanvullende hulp nodig is in gezinnen moet de pleegzorgwerker voldoende contact hebben met de gezinnen. Als er meer uren nodig zijn dan de afgesproken uren moet dit georganiseerd kunnen worden.
Motivatie
Ook de motivatie bij alle betrokkenen is van groot belang om deel te nemen of zich aan te melden. Goede uitleg van mogelijkheden door de pleegzorgmedewerker is hiervoor belangrijk, of juist van een gedragswetenschapper die nog een extra stukje kennis kan inbrengen. Maar ook het onder de aandacht blijven brengen bij de medewerkers en pleeggezinnen van de mogelijkheden die de organisatie biedt helpt. Je kunt er niet van uitgaan dat men je altijd kan vinden en ook de professionals die rechtstreeks in contact staan met de pleeggezinnen moeten zien dat de gezinnen er wat aan kunnen hebben. Dat heeft te maken met de communicatie.
Wie biedt de extra hulp?
Er is gediscussieerd over de vraag of aanvullende hulp altijd door extra personen moet worden gegeven of dat de professionals die al over de vloer komen de extra hulp moeten kunnen geven en hiervoor moeten worden opgeleid. Als de motivatie er bij het gezin is en er is een specialist nodig wordt het vaak niet als belastend ervaren als er iemand extra in het gezin komt.
Financiering
Voor de financiering van deze extra ondersteuning zijn de gemeenten een onmisbare partij. Afspraken hierover verschillen per gemeente. Een stevige, actieve belangengroep kan helpen in een regio, zoals in Zeeland. Pleegouders kunnen zelf het beste aangeven wat ze nodig hebben.
Ook spreken we over de inzet van andere pleegouders om elkaar te ondersteunen. Er wordt nu weinig beroep gedaan op de senior pleegouder/buddy's. Het lijkt vooral te werken als pleegouders elkaar al kennen en het contact op een informele manier tot stand komt. Het Mockingbird-programma wordt als mooi voorbeeld genoemd. Meer informatie daarover kan worden gevraagd bij Kinderpostzegels en de NVP. |
|
|
|
|
|
